Gansrijden is een folkloristisch volksspel waarbij een (dode) gans ondersteboven aan de galg wordt gehangen. De deelnemers rijden een voor een te paard onder de galg door en proberen de kop van de gans eraf te trekken. Diegene die de kop trekt, is de winnaar en wordt de koning(in) genoemd.
Folkloristische spelen met de gans nemen in de volkskunde een ruime plaats in. Het hoofddoel van elk spel bestond steeds uit het scheiden of verwijderen van de kop van het ganzenlijf, terwijl dit aan een losse koord of aan een galg opgehangen was. Er bestonden verschillende manieren om het ganzenspel te houden: te voet, staande op een boerenwagen, zittend op een draaiend karrenwiel, al schaatsend op het ijs, te water staande in een bootje of al rijdend te paard.
Volgens een grondige studie door de gezaghebbende volkskundige Jozef Cornelissen zou het gansrijden zeer oud zijn en ongetwijfeld teruggaan tot de Germaanse periode. Vermoedelijk is het spel ontstaan uit een oeroud oogstdansfeest dat gepaard ging met het slachten van een dier als dankoffer voor een veilig geborgen oogst.
Het oudste concreet gegeven over het gansrijden is terug te vinden in middeleeuwse rechtspraak en verbodsbepalingen. Het betreft een verbod uit de 13e eeuw in de keuren van de stad Ieper.
Met de jaren wijzigde de manier waarop het spel uitgevoerd werd. Oorspronkelijk trachtte men de kop af te rukken van een levend opgehangen gans, waarvan de nek dikwijls ingesmeerd was met vet of olie. Gelukkig worden sinds de wet op de dierenbescherming van 1927 geen levende dieren meer gebruikt. Lokale politiereglementen verboden spelen met levende dieren al vanaf het midden van de 19e eeuw. De gans werd vanaf toen vooraf gedood met een juist geplaatste messteek. Tegenwoordig wordt een veearts gevraagd om het dier op een verantwoorde manier te doden.
De Vrije Gans vzw
Deze website is met Jimdo gemaakt. Registreer je nu gratis op https://nl.jimdo.com